We houden van verandering, van groei, van beweging en van het nieuwe dat lonkt. Ik ook. Alleen al het vooruitzicht van iets nieuws geeft me energie, een vuur ontbrandt. In verandermanagement wordt dat eerste enthousiasme vaak gezien als het startsein van een succesvol veranderproces, maar dat is slechts de halve waarheid.
Elke verandering heeft een keerzijde. Veranderen betekent dat er ook iets stopt, dat er iets niet meer terugkomt. En daar wordt het spannend. Niet bij de Ja, maar bij de Nee’s en de Niet-meers. Precies daar stokt vaak de werkelijke beweging en strandt organisatieverandering vroegtijdig.
'Veranderen betekent dat er ook iets stopt, dat er iets niet meer terugkomt.'
In systemisch werk is dit een fundamenteel principe, namelijk dat verandering pas landt wanneer we de prijs ervan erkennen. Succesvol veranderen gaat niet alleen over waar we vandaan komen en waar we naartoe gaan, maar vooral over wat we verliezen.
Groot of klein, elke verandering vraagt om een afscheid. En daar zijn we als mens niet zo sterk in. We willen wel groeien, maar we willen niet verliezen. Toch werkt het niet anders. Systemisch gezien kun je iets nieuws alleen volledig ontvangen wanneer je eerst durft te erkennen wat stopt.
De pony die te duur was
Mijn dochtertje liet het me zien in iets heel kleins.
We gingen naar de kapper en ze wist heel zeker dat ze een pony wilde. Ze had het er al weken over. Hartstikke leuk, dacht ik. Maar eenmaal bij de kapper stokte de beweging, niet omdat ze de pony niet meer wilde, maar omdat ze haar lange blonde lokken niet wilde loslaten. Haren die ze zorgvuldig had gespaard. Haar Ja was helder, maar de Nee deed te veel pijn om haar wens door te zetten.
Precies zo werkt het in de grote veranderingen. Je wilt wel groeien, maar je wilt niet verliezen. Dat lukt niet. Elke Ja vraagt om een erkend Nee.
Precies zo werkt het ook in de grote veranderingen. In mijn scheiding? De echte angel zat niet in de vraag of ik het alleen zou redden met de kinderen. Of in de vraag of ik ooit weer nieuwe liefde zou vinden. In beide had ik vertrouwen.
De angel zat in het afscheid van alles wat zo vertrouwd was.
Nooit meer die koffiemok uit mijn eigen kastje pakken. Nooit meer de kinderen in hun pyjama’s door mijn oude huis zien rennen. Nooit meer…
Ik wilde wel groeien. Maar ik wilde niet verliezen. Maar zo werkt het niet.
In traditionele vormen van verandermanagement ligt de nadruk op stappenplannen, actie en toekomstbeeld. We denken lineair en vanuit 'meer energie, meer wilskracht en meer energie.'
In systemische organisatieverandering kijken we juist naar de laag eronder: de dynamieken, loyaliteiten en bewegingen die verandering dragen of blokkeren.
Stap één en drie kennen we meestal goed. Maar stap twee, het afscheid, slaan we bijna altijd over. De ‘As is’ en de ‘To be’ worden vaak perfect uitgewerkt. Er zijn doelen, plannen en roadmaps om van A naar B te komen.
Maar wat er stopt, wat niet meer terugkomt en welke prijs er betaald wordt, blijft vaak onbenoemd. Het afscheid negeren we liever, zowel als individu als binnen organisaties. En precies daar ontstaat de blokkade. Alles wat geen plek krijgt, zoekt een andere weg, bijvoorbeeld in weerstand of stilstand.
Zit je in een veranderingstraject dat stokt?
Pas wanneer je dat vol erkent, ontstaat er ruimte voor iets nieuws. Dé toekomst bestaat niet. De toe-komst is wat je toe komt wanneer je er klaar voor bent.
McKinsey laat zien: organisaties rouwen bij verandering
McKinsey onderzocht hoe organisaties omgaan met verlies tijdens veranderingen. De conclusie is helder: teams ervaren rouw wanneer gewoontes, structuren of identiteiten verdwijnen. Het negeren van die rouw leidt tot stagnatie.
Door expliciet ruimte te maken voor wat stopt, wordt de kans op succesvolle, duurzame organisatieverandering significant groter. Vraagt dat moed van leiderschap? Absoluut. En dat is het meer dan waard.
Veranderen vraagt om moed. Niet de moed om harder te lopen of jezelf richting de toekomst te forceren, maar de moed om stil te staan, te voelen en te zien wat je liever zou overslaan.
Het vraagt de moed om naar de Nee’s te kijken. Om zichtbaar te maken welke gewoontes, relaties, zekerheden of identiteiten hun tijd hebben gehad. Echte organisatieverandering begint niet bij het Ja dat je uitspreekt, maar bij wat je durft te erkennen.
Onderzoek: de kracht van Nee.
Uit onderzoek naar assertiviteit en het vermogen om ‘Nee’ te zeggen blijkt dat mensen die duidelijke grenzen kunnen aangeven meer mentale veerkracht ervaren en effectiever omgaan met verandering. Ze herstellen sneller van stress en zijn beter in staat om onverwachte situaties te dragen.
Vertalen we dit naar organisaties, dan zien we dat er interne spanning ontstaat wanneer teams en leiders hun 'Nee' of 'Niet-meer' niet erkennen. Dit vertraagt de verandering. Aan de andere kant: hoe meer ruimte voor 'Nee', hoe flexibeler het team en hoe groter het draagvlak voor de verandering.
Het oude vraagt geen gevecht, maar erkenning: Dit was er. Dit had waarde. En nu is het klaar. Pas dan ontstaat beweging, omdat er ruimte vrijkomt. Niet omdat jij duwt, maar omdat je handen niet langer vol zijn.
Het is niet de toekomst die verandering laat slagen. Het is het afscheid van wat achter je ligt. In het stille moment waarop je (samen) erkent wat stopt, ontstaat ruimte. Dan komt er ruimte voor de gewenste verandering en vernieuwing. En kunnen teams en hun organisatie er vol voor gaan.
Zit jij in een verandering die stokt? Download dan de hand-out met krachtige oefening om de Nee’s en de Niet-meers van jouw proces te erkennen.
Wil je dat we eens meekijken naar hoe jullie ruimte kunnen geven aan de Nee's en Niet-meers? Kom even op de lijn. We ontmoeten je graag.